Dag 13: Titicacameer

9 augustus 2015 - Puno, Peru

Dag 13

9 augustus

Het is nog heel vroeg als we met de fietstaxi naar de haven worden gebracht. Een kind van een jaar of 12 fietst ons. Ik heb met hem te doen. We gaan vandaag met de boot naar een aantal eilandjes in het Titicacameer. Het Titicacameer is ongeveer zo groot als eenderde van Nederland. Ongeveer 60% behoort tot Peru, het overige deel hoort bij Bolivia. Het waait erg hard maar we mogen uitvaren. Met een klein eenmotorig bootje gaan we op pad. Het is net groot genoeg om ons allemaal te vervoeren. 

Binnen de baai hebben we nergens last van maar eenmaal vol op het meer nemen de wind en de golven toe. Het bootje gaat lekker op en neer. Voor de oversteek naar het eerste eiland staat zo'n drie uur gepland. Gaandeweg de overtocht zie ik een aantal bedenkelijk kijken. Wij vinden het nog wel te doen. Vergeleken bij de oversteek van Ibiza naar Formentera die ik in mijn kindertijd ooit maakte, is dit een peuleschil. We zaten toen in een bootje van vergelijkbare grootte en belandden in een storm op open zee. Dat we toen niet verdronken zijn is nog steeds een wonder. 

We arriveren veilig en wel op het eiland Taquile en beginnen aan onze wandeling over het eiland. Het is weer klimmen geblazen maar over vlak terrein. Op dit eiland zijn alleen wandelpaden. Het is niet mogelijk om je op een andere manier te verplaatsen. Het waait zo hard dat we bijna de afgrond in worden 'geduwd' als we langs de rand lopen. Het is wel mooi hier. De mensen die hier wonen lopen in hun traditionele kledij. Aan de muts van de mannen kun je zien of ze nog vrijgezel zijn. Het is hier niet zo toeristisch. Ondanks dat kiezen we voor een ongebruikelijke route. We komen de hele wandeling geen toeristen tegen en zien hoe de mensen hier leven. Het is een hard bestaan voor de eilandbewoners. Inkomsten komen voort uit de landbouw, er is nauwelijks stroom en ik vraag me af of de huizen stromend water hebben. 's Nachts zakt de temperatuur hier tot het nulpunt. Je ziet geregeld breiende mannen voor hun huisje zitten. Ze maken o.a. prachtige handschoenen en mutsen. Over een paar handschoenen doen ze maar liefst twee dagen. De wandeling eindigt bij een klein huisje met een extra ruimte waar twee tafels opgesteld staan. Hier nuttigen we onze lunch. En zoals het zo vaak gaat op dit soort onverwachte plekken, krijgen we hier een heerlijk bordje vis met met rijst en een paar frietjes voorgeschoteld. Hoe ze het voor elkaar hebben gekregen in het piepkleine keukentje is mij een raadsel.

De storm is alleen maar toegenomen en we krijgen te horen dat het onverantwoord is om verder te varen. We zien dat sommige daken van de huizen getrokken worden. Maar nu? Op het volgende eiland verwachten families ons voor de nacht. Het idee was om verspreid over het volgende eiland te gaan slapen. Maar dat gaan we niet redden. Het eiland waar we nu zitten is niet echt ingericht voor overnachtingen voor toeristen. We zien er de humor wel van in. Sommigen vinden het wel jammer dat de geplande feestavond, inclusief verkleedpartij, aan onze neus voorbij gaat. Ik ben er zelf niet zo rauwig om. Wij proberen juist die toeristische elementen van een reis als deze zoveel mogelijk te omzeilen. Tot nu toe overigens prima gelukt met dank aan onze Derk. De vriendin van onze lokale gids die mee is, is afkomstig van dit eiland en hij kent er dus veel mensen. Terwijl hij op zoek gaat naar slaapplekken, daalt een deel van de groep af naar de haven om de meegebrachte rugzakken van de boot te halen. Er zijn nog steeds veel mensen met buikloop en die worden gespaard. Aan de hoogte zijn we inmiddels allemaal wel gewend. Inspannen blijft zwaar maar het overgeven en de ergste hoofdpijnklachten zijn inmiddels achterwege bij de meesten. Wij gaan ook prima. Sjak tobt wel met zijn schildklierklachten wat erg vervelend is voor hem en Stijn tobt nog met zijn buik maar that's it. In een land als deze ga je je grenzen verleggen en gaat het al snel 'goed'. Wij dalen alle vier af en nemen ook bagage voor anderen mee. De terugweg is zwaar!!! We moeten een enorm eind klimmen om weer aan te sluiten bij de groep en dat weer op bijna 4.000 meter hoogte. Heb nog nooit zoveel gesport als deze vakantie, uhhhhh 'reis' noemen we het inmiddels. Ha, ha. 

Er is een slaapplek gevonden voor iedereen. We gaan snel te voet verder want het is hier snel donker. En waar we dan uitkomen is niet te omschrijven zo mooi, zo authentiek, zo puur en met zo'n geweldig uitzicht op het meer. Het is een soort grote hut met een rieten dak met een binnenplaatsje. Een mannetje is aan het breien, een jong meisje is een kleed aan het weven en de was staat in grote tobben te weken. We wanen ons 100 jaar terug in de tijd. De hut/huisje heeft meerdere kamertjes. We moeten improviseren met de indeling en Sabien komt bij ons liggen. Er staan drie bedden in een ruimte die me doet denken aan de 'negerhut van oom Ton'. Toen ik in mijn kindertijd dat boek las, had ik er zo'n voorstelling van. Er staan drie bedden met dikke wollen dekens. Gelukkig hebben we een lakenzak meegenomen al oogt het niet eens echt vies. Het is vooral heel eenvoudig. Stijn moet samen met drie andere jongens een stukje naar boven klauteren naar een andere hut. Matrassen ontbreken, zij slapen op stro. Iedereen vindt het geweldig. Dit is zoiets wat je niet kunt plannen: it's one's in a lifetime.

In het hutje naast ons woont een mannetje van drie. Hij hobbelt met ons mee op zijn blote pootjes. Stijn geeft hem zijn pet en hij doet het niet meer af. De bewoners zijn zo lief. Ze krijgen het zelfs voor elkaar om een maaltijd voor ons klaar te maken in de ruimte ongeveer 20 meter onder ons gelegen en door ons wordt bestempeld als 'restaurant'. We lopen er om 18.00 uur naar toe gekleed in winterjassen, handschoenen, sjaals enz. Als we allemaal zitten lijkt het meer op een skihut dan op een locatie op een berg in Peru. Het eten is heerlijk. We krijgen quinoasoep en groenten met rijst. Alles klaargemaakt door moeders en haar twee jonge dochters. De sfeer is prima. Ondanks de kou en de schamele verlichting, hebben we het prima naar onze zin. Na het eten gaan de kinderen nog even naar de hut van de jongens. Ze maken een vuurtje op de plaats maar om 22.00 uur gaan ze onder de wol want het is buiten inmiddels tegen het nulpunt aan. Het is zo koud in de deels open slaapkamer dat we met trui en al in bed kruipen. Maar niet voordat we nog even hebben genoten van de overweldigende sterrenhemel. We hebben nog nooit zoveel sterren gezien. Is dat omdat we zo dicht bij de evenaar zitten, of omdat het hier echt stikdonker is?

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Iedje:
    11 augustus 2015
    Wat een leuke foto's jongens. Ik krijg er heimwee van. Leuk dat jullie ook op Taquile hebben geslapen, maar het ziet er inmiddels wel als een echt hotelletje uit. Ik had een veel provisorischer kamer met 2 andere dames met de piespot onder het bed! We waren wel verspreid ondergebracht. Was de naam van jullie "restaurant" soms El Inca de Taquile ??
    We hebben daar ook zo lekker gegeten. Destijds was er ook geen waterleiding en elektriciteit. President Fujimori (zal er wel niet meer zijn, ik spreek over 1994) had de eilandbewoners beloofd waterleiding aan te laten leggen, MAAR HIJ ZEI ER NIET BIJ W A N N E E R !! Op een paar plaatsen waren ze toen al bezig met zonnen-energie op te wekken.
    Ik vind die kindjes om op te vreten en de bewoners zijn erg aardig. Maar ook gehard. Je ziet dat aan hun schrale huid. En dan overal die rode koontjes... Het was de reis van mijn leven en daarom geniet ik zo van het feit, dat jullie daar ook zo over denken, ondanks de vele akeligheden die jullie moeten doorstaan.
    Nu op naar Cuzco en de Machu Picchu. deze week. Ik hoop dat jullie ook nog naar Pisac gaan, waar de grootste Indianen Markt is op de zondagen. Weinig rotsooi te koop, alles van goede kwaliteit. Maar ik hoor het wel. Ik kijk er alweer naar uit. Fijn dat het wat beter gaat met de ziekenboeg. En Sjak en de rest, houd jullie taai, want er komt nog zo veel moois. Kus.